Dit vijfpuntenplan zal u helpen bij de methodische aanpak van mastitis. Het is ontwikkeld door een internationaal team van specialisten voor uiergezondheid: dierenartsen, melkveehouders en deskundigen in communicatie en menselijk gedrag.

De vijf aandachtsgebieden zijn – in willekeurige volgorde – infectiedruk, weerstand, melktechniek, behandeling en opvolging. Ze kunnen worden onthouden met het geheugensteuntje ‘Ik Wil Mastitis Beheersen en Overwinnen ‘

Het vijfpuntenplan 

Zowel klinische als subklinische mastitis worden veroorzaakt door bacteriën die via het speenkanaal in de uier terechtkomen. Bacteriën kunnen op twee manieren in het speenkanaal terecht komen: vanuit de omgeving van de koe (bestrijding door vermindering van de infectiedruk) of via de melk van een andere besmette koe (behandeling van besmette koeien).

De bacteriën dringen meestal tijdens of kort na het melken het speenkanaal binnen: zorg voor een optimale melktechniek en -routine.

Of de speeninfectie zal leiden tot mastitis of met succes wordt bestreden door het immuunsysteem, hangt in hoge mate af van de weerstand van de koe.

Bij het beheer en de opvolging van uiergezondheid, moeten individuele koeien en de hele veestapel gecontroleerd en opgevolgd worden.

1. Infectiedruk: houd de omgeving van de koe schoon en droog

Zoals vermeld in de blog: Vijf dingen die de veehouder moet weten over mastitis, wordt klinische mastitis meestal veroorzaakt door omgevingsbacteriën, zoals E. coli en Klebsiella. Streptococcus uberis, een andere belangrijke omgevingskiem, kan een belangrijke oorzaak zijn van hoge celgetallen op bedrijven.

De omgevingsbacteriën S. uberis, E. coli en Klebsiella worden vaak aangetroffen in het strooisel van koeien. Ze kunnen er overleven en groeien als het strooisel nat en warm is: houd de boxen van de koeien droog door deze regelmatig schoon te maken, vers  strooisel en goede ventilatie te voorzien. Schone boxen – of het nu gaat om loopstallen, ligboxen, strohokken of andere – zijn essentieel. Loopstallen moeten viermaal daags worden schoongemaakt en voldoende strooisel krijgen. Verwijder en vervang de stropakken zodra de temperatuur 35˚C bereikt.

Klebsiella kan via besmette boomschors in zaagsel en houtkrullen worden binnengebracht. 

Mest is een andere belangrijke bron van omgevingsbacteriën, vooral E.coli maar ook Klebsiella. Mest kan tegen de uier opspatten. De vloeren moeten dus zo schoon mogelijk worden gehouden, voor een optimale gezondheid van de klauwen en uiers.

De grond kan omgevingsbacteriën bevatten. Dit verklaart waarom er meer mastitisgevallen bij koeien met vrije uitloop zijn na een regenperiode. Klebsiella kan via drinkwater worden verspreid en komt waarschijnlijk via het darmkanaal van de koe in de mest terecht. Plassen op de vloer, reinigingswater of reinigingsdoekjes kunnen verontreinigd zijn.

De besmettelijke of koegebonden bacteriën, zoals Streptococcus agalactiae en Staphylococcus aureus, worden meestal via de melk overgedragen. Vliegen kunnen deze bacteriën overbrengen, net als gelekte melk in ligboxen. Speendippen kunnen ook besmet zijn! Na elke melkbeurt moeten de bekers altijd worden leeggemaakt en gereinigd met ontsmettingsmiddelen.

Hygiënische melkroutines en regelmatig onderhoud van melkmachines zijn essentieel, evenals de vroegtijdige opsporing van koeien met mastitis.

Als een bedrijf worstelt met het management van uierinfecties, is het aangewezen dat een dierenarts tijdens een melkbeurt alle mogelijke infectiebronnen controleert en monsters neemt voor bacteriologisch onderzoek.

2. Weerstand – goede gezondheid voor een goede bescherming van het immuunsysteem

Een goede weerstand is het resultaat van een goede gezondheid, voldoende rust, juiste voeding en afwezigheid van stress.

De belangrijkste oorzaken van verminderde weerstand bij melkvee zijn:

  1. Ketose, negatieve energiebalans en pensverzuring. Al deze stofwisselingsproblemen kunnen ontstaan tijdens de overgangsperiode en het begin van de lactatie. De meeste klinische gevallen van mastitis doen zich voor tijdens de eerste maand van de lactatie.
  2. Kreupelheid: pijnlijke klauwen hebben een negatieve invloed op de voer- en wateropname en veroorzaken stress. Acute letsels veroorzaken immuunreacties en kosten de koe energie. Dit gaat vaak gepaard met een hoge infectiedruk van omgevingsbacteriën. Hierdoor kan het soms onduidelijk zijn of de vuile omgeving of een slechte klauwgezondheid het hoofdprobleem is.
  3. Virale infecties die in de veestapel circuleren en die de weerstand verminderen, zoals Infectieuze Boviene Rhinotracheïtis (IBR) of Boviene Virale Diarree (BVD).
  4. Verkeerde voedingsbalans zoals tekorten aan mineralen of sporenelementen, of juist een teveel eraan (bv. koper, selenium). Controleer het rantsoen, de voedingsmiddelen en de voedingsanalyse, maar controleer ook wat de koeien werkelijk eten. Voer een bloedonderzoek uit, inclusief de leverwaarden.  Mycotoxinen kunnen ook weerstandsproblemen veroorzaken, maar in de praktijk worden mycotoxinen soms te gemakkelijk als waarschijnlijke oorzaak aangewezen.
  5. Hittestress en onvoldoende ventilatie. Hittestress is een toenemend probleem, zowel door de klimaatverandering (meer warmere dagen) als door de hogere melkproductie (meer warmteproductie door de koe).

De immuniteit kan opgevolgd worden door het vee te observeren en te beoordelen op tekenen van onderdrukte immuniteit :

  • Scoresysteem voor lichaamsconditie: signaal voor ketose en te lage voeropname 
  • Het beoordelen van de mest: diarree, slechte vertering
    • Hoe beoordeeld u de mest en wat betekent de score?
  • Het beoordelen van de vacht: een doffe, ruwe vacht wijst op een verminderde weerstand
  • Tekenen van andere ziekten en infecties: vaginale afscheiding, vuile neuzen, vuile ogen, sporen van parasieten, …
  • Wonden en letsels: klauwgezondheid, gewrichtskwetsuren, andere letsels 
  • Mobiliteitsscore
    • Hoe kunt u de mobiliteit beoordelen?
  • Analyse van de melkproductie: tekenen van ketose, lactatiecurve 
    • De melkinspectierapporten: wat vertellen ze ons? 
  • Het documenteren van ziekteproblemen en behandelingen

3. Melken – routines stimuleren

Elke koe moet bij elke melkbeurt op precies dezelfde manier worden gemolken, in volledige rust en harmonie. Er moeten goede protocollen zijn voor koeien met afwijkende melk, koeien met intramammaire infecties en koeien die onder medische behandeling staan.

Een goede melktechniek vereist duidelijke melkprotocollen, om te garanderen dat alle melkers goed opgeleid zijn en weten wat ze moeten doen. Melkers moeten rustig zijn in de buurt van de koeien en er moeten passende speendippen worden gebruikt.

Er moeten routines bestaan voor het aanpakken en melken van gezonde koeien en voor probleemsituaties. Dit kunnen bijvoorbeeld incidenten zijn tijdens het melken, zoals een nerveuze vaars of een koe die de melkstellen aftrapt.

Melkers moeten ook weten hoe ze moeten omgaan met zaken zoals afwijkende melk, mastitis, koeien met een hoog celgetal, koeien onder medische behandeling. Ze moeten niet alleen weten hoe ze met deze problemen moeten omgaan, maar er ook voor zorgen dat dit geen invloed heeft op de behandeling en het melken van de andere koeien.

De melkmachine, de melkstal en/of de melkrobot moeten altijd perfect werken. Een onderhoudscontract is essentieel.

Belangrijke punten voor correct melken:

  • Zorg voor goede melkroutines en het opleiden en bijscholen van alle melkers. Geef dagelijks feedback over hun prestaties: dierenartsen kunnen protocollen meegeven en personeel opvolgen en opleiden
  • Eens per maand de gezondheid van de speentoppen controleren
  • Houd de melkmachine schoon en in goede staat van onderhoud. Laat eens per jaar een dynamische melktest uitvoeren, dit helpt bij het oplossen van problemen met de uiergezondheid
  • Zorg voor een duidelijke identificatie van besmette en/of behandelde koeien, juiste werkprocedures voor afwijkende melk en andere problemen tijdens het melken: dierenartsen kunnen het personeel opleiden en begeleiden

4. Behandeling – organisatie is de sleutel

De behandeling moet gericht zijn op de genezing van klinische gevallen van mastitis en het verminderen van het aantal besmette koeien en koeien met een hoog celgetal. Belangrijke factoren waarmee bij de behandeling rekening moet worden gehouden, zijn: de diergezondheid, de voedselveiligheid (geen geneesmiddelen, residuen of afwijkende melk in de tank) en de volksgezondheid (beheersing van antimicrobiële resistentie).

Veehouders vragen dierenartsen om raad, in het bijzonder voor :

  • behandelplannen en -protocollen
  • opleidingen:
    • hoe herkent u koeien die behandeling nodig hebben?
    • hoe kunt u behandelen?
  • opvolgen van koeien die behandeld moeten worden (probleemkoeien)
  • opvolgen van behandelde koeien (resultaat van de behandeling, follow-up)
  • correcte opslag en levering van behandelingsmateriaal zoals: spuiten, naalden, geneesmiddelen, ontsmettingsmiddelen en handschoenen

Een goede begeleiding bij het opvolgen van uiergezondheid vereist regelmatige bedrijfsbezoeken door de dierenarts. De onderwerpen die aan bod komen zijn het opvolgen van individuele koeien en de hele veestapel, alsook de andere vier punten van het vijfpuntenplan: infectiedruk, weerstand, melken en behandeling.

5. Opvolging – controlemechanismen

Een melkveebedrijf is een commercieel bedrijf dat melk en vlees van uitstekende kwaliteit produceert met respect voor het personeel, de dieren en het milieu. Een bedrijf runnen begint met het stellen van doelen: Productie van aantal liter melk? Wat is het niveau van de uiergezondheid? Met opvolging kan worden nagegaan of het programma de gewenste resultaten oplevert.

De uiergezondheid wordt op drie niveaus gecontroleerd:

  1. individuele koeien: identificatie en registratie van koeien die het risico lopen op of tekenen vertonen van een intramammaire infectie. Elke koe moet een eigen dossier hebben, met alle belangrijke gegevens over haar uiergezondheid en algemene gezondheid. Dit zal helpen bij de besluitvorming in geval van mastitis. Het zorgt ook voor een goede traceerbaarheid van de kwaliteit van de producten verkocht door de veehouder.
  2. gegevens over tankmelk en veestapel: gegevens over de hele veestapel verschaffen inzicht over de algehele situatie, zoals: het celgetal in de tankmelk, het percentage koeien met een hoog celgetal, het percentage nieuwe koeien met een hoog celgetal.
  3. opvolging geeft ook inzicht in de kwaliteit van de succesfactoren (vijfpuntenplan) en de risicofactoren, omdat deze bepalend zijn voor de toekomstige resultaten.

Deze punten kunnen als volgt worden gecontroleerd: 

  • De analyse van melkmonsters geeft een overzicht van de bacteriën die uierinfecties veroorzaken
    • Melkmonsters: de sleutel tot de aanpak van mastitis 
    • Een correct melkmonster nemen – een visuele gids voor veehouders
  • De hygiënescore geeft een idee van de infectiedruk:
    • Hoe kunt u de bedrijfshygiëne beoordelen door naar de koeien te kijken?
  • De lichaamsconditiescore geeft een beeld van de energiebalans tijdens de lactatie
    • Hoe kunt u de lichaamsconditie beoordelen?
  • Hoe kunt u de voeropname beoordelen?
  • Hoe kunt u de pensvulling beoordelen?
  • De behandelingsevaluatie vertelt u hoe doeltreffend de behandelingen zijn geweest

In de praktijk coördineren dierenartsen het toezicht op de uiergezondheid. Idealiter gebeurt dit tijdens een jaarlijkse vergadering waarin de doelstellingen van het bedrijf worden bepaald en de rol van de dierenarts wordt omschreven. Plan uw maandelijkse en jaarlijkse bedrijfsbezoeken in!